In dit hoofdstuk zijn twee artikelen van Lenin
opgenomen waarin zijn antigodsdienstige houding en die van het marxisme duidelijk tot uitdrukking komt.
De reden waarom beide artikelen volledig zijn
opgenomen in dit hoofdstuk is dat ze duidelijk uiteen zetten wat de verschillende gezichtspunt in die tijd waren omtrent de
manieren van het tegenwerken van godsdienstige elementen.
Het eerste artikel, genaamd 'Socialisme en
godsdienst' stelt onder andere dat degenen die godsdienst bedrijven dat doen vanwege de machteloosheid van de uitgebuite klasse
in de strijd tegen de uitbuiters omdat dit onvermijdelijk het geloof in een beter leven in het hiernamaals voortbrengt evenals
de machteloosheid van de wilde in zijn strijd tegen de natuur het geloof in goden, duivels, wonderen e.d. voortbrengt. Een
lichtpuntje in dit artikel van Lenin is dat hij niet, zoals de heersende marxistische gedachte, gelovigen actief wil onderdrukken
maar ze juist op wil voeden. Hij wil dat doen door het duidelijk uiteenzetten van de werkelijk historische en economische
bronnen van de religieuze nevel, propaganda dus. Overigens is hij voorstander van het scheiden van kerk en staat.
In het tweede artikel, genaamd 'Over de
houding van de arbeiderspartij tegenover de godsdienst' heeft Lenin zware kritiek op het op dat moment heersende marxisme.
Daarin schrijft hij dat de marxisten de bedoeling van het marxisme (zoals beschreven door Marx en Engels) niet hebben begrepen
omdat zij godsdienst veel actiever willen onderdrukking. Lenin stelt dat dat juist de godsdienst in de kaart speelt. Volgens
hem moet er steeds naar een middenweg gezocht worden, niet gericht op onderdruking en geweld maar ook niet volledig zonder.
De marxist moet steeds de grens tussen anarchisme en opportunisme weten te vinden. In het vorige artikel was hij nog helemaal
tegen onderdrukking en geweld maar hier laat hij daarvoor toch de deur op een kier staan. Dit artikel is gepubliceerd in 1909.
In de periode 1920 - 1940 zijn er onder het bewind van Lenin miljoenen mensen, voornamelijk boeren, omgekomen.