Bron: Godsdienst in de Sovjet-Unie (Walter
Kolarz).
De godsdienst leeft in Sovjet-Rusland onder
ontelbare vormen en ook op allerlei vormloze manieren voort. Maar als we ons strikt tot de georganiseerde vormen beperken,
kunnen we drie groepen onderscheiden; een verdeling die samenvalt met het schema waaraan ook de sovjetautoriteiten altijd
hebben vastgehouden, sinds zij in 1943-44 hun politiek ten opzichte van de godsdienst wijzigden. De eerste groep omvat maar
1 enkele kerk, de Russisch Orthodoxe, die een aparte en uitzonderlijke plaats inneemt.
De tweede groep valt onder de competentie van
een staatsinstelling, de zogenoemde Raad voor de Vraagstukken van de Eredienst. De officiële sovjetbronnen hebben nooit een
volledige lijst geleverd van de godsdienstige groeperingen die door deze raad erkend worden, en we zijn over het terrein van
zijn activiteiten dan ook maar ten dele ingelicht. Volgens de eerste officiële mededelingen zou de raad zich bezighouden met
de volgende godsdienstige groeperingen: de Armeens-Georgische, de oud-gelovige, de katholieke, de Grieks-katholieke en de
Lutherse kerk; de islamitische, de joodse en de boedistische godsdienst en de sekten. Uit deze mededelingen blijkt wel dat,
toen de raad gesticht werd, de autoriteiten zelf nog geen afgerond en helder beeld hadden van de religieuze krachten die er
in de Sovjet-Unie werkzaam waren. Een aantal geloofsovertuigingen duidde men aan met het woord kerk, andere met de ietwat
vage term godsdiensten weer andere werden eenvoudig samengevat als sekten.
Een rijker geschakeerd beeld van het georganiseerde
godsdienstige leven in de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog geeft de lijst van deelnemers aan de zogenaamde Conferentie
ter Verdediging van de Vrede voor alle Kerken en Godsdienstige Organisaties in de USSR, die mei 1952 in het Drievuldigheidsklooster
(Troitse-Sergieva Lavra) van Zagrok werd gehouden.
Ofschoon de officiële betiteling van de conferentie
er met nadruk op wees dat alle kerken en godsdienstige organisaties vertegenwoordigd zouden zijn, moet deze pretentie overdreven
geacht worden, want in feite ging het hier enkel om groeperingen die op dat ogenblik door de sovjetautoriteiten erkend waren.
Behalve de Orthodoxe Kerken van Rusland en Georgië namen de volgende groeperingen aan de vredesconferentie deel:
- De Armeense kerk;
- De Evangelisch-Lutherse Kerk (alleen de kerken van
Letland en Estland waren vertegenwoordigd);
- De Katholieke Kerk (alleen haar Letse en Litouwse
bisdommen);
- De Algemene Raad van evangelische Christenen/Doopsgezinden;
- De Oud-Gelovigen (vijf groepen, namelijk twee nationale
en drie plaatselijke groepen uit Moskou, Letland en Litouwen);
- De Algemene Raad van Zevende-Dagsadventisten;
- De Hervormde (Calvinistische) Kerk van de Transkarpatische
Provincie;
- De Methodistische Kerk van Estland;
- Het Genootschap van Spirituele Christenen (Molokanen)
van Bakoe en Tiflis;
- Moslims (vier plaatselijke islamitische raden);
- De Joodse Gemeenten van Moskou en Kiev.
De lijst van deelnemers aan de vredesconferentie
van Zagrik verrijkt natuurlijk onze kennis omtrent de officieel erkende godsdienstige groeperingen in de USSR, maar tegelijk
geeft ze de grenzen aan van de verdraagzaamheid die de sovjets tegenover de godsdienst aan de dag leggen. Sommige godsdienstige
groeperingen lutheranen. Katholieken en joden bijvoorbeeld worden alleen plaatselijk erkend en hebben geen centrale organisatie
die het hele land overkoepeld.
De derde groep georganiseerde vormen van godsdienst
in de Sovjet-Unie bestaat uit genootschappen die door de autoriteiten ofwel genegeerd, ofwel als onwettige organisaties vervolgd
worden.