Ivan Timoveetivh Voronaev (Mikita Petrovitch
Tcherkasov) werd geboren in het Orenburg district. Tot zijn 22e was hing hij de Oosterse Orthodoxie aan.
In 1907 zat hij In Tasjhkent in militaire dienst,
waar hij zich tot Baptist bekeerde. Hij volgde de overtuiging van zijn hart wat
voornamelijk bestond uit evangeliseren. Hij ging zendingswerk doen tussen de Russen. Voronaev verhuisde, samen met zijn vrouw
Ecatorina, naar San Francisco(Californie: Verenigde Staten) nadat zijn vrouw in 1912 werd bedreigd. In San Fransisco leidde
hij een kleine Russische kerk. Later werd hij gevraagd om leider van een kerk in Seattle (WA :Verenigde Staten) te worden.
Hij nam deze functie op zich en kwam enige tijd later in contact met Viliakovs, die later voorzitter werd van de Assemblies
of God. Voronaev accepteerde overigens niet het gedoopt worden in de Heilige Geest.
|
Voronaev met zijn gezin (1920) |
In 1919 verhuisde Voronaev met zijn familie
naar New York waar hij werd beïnvloed door de Pinksterbeweging. In eerste instantie wees hij deze leer af, maar toen zijn
dochter Vera in tongen sprak bad ook hij voor de vervulling met de Heilige Geest en ontving daarbij het spreken in tongen.
Voronaev had een succesvolle carrière als Baptistenvoorganger, hij was bekend en werd erg gerespecteerd. Toen het nieuws zich
verspreidde over zijn Pinksterervaring, drongen de oudsten hem aan om ontslag te nemen. In 1919 stichtte hij de eerste Russische
Pinksterkerk in New York. Hij huurde een ruimte in de Emman Church in 6th street. Negentien voormalige Baptisten
van zij vorige kerk volgden hem. Zijn werk werd enorm gezegend door God, zijn kleine gemeente groeide. De meeste van de leden
van zijn gemeente waren van Slavische afkomst: Oekrainers, Russen, Polen etc. Tijdens deze periode ontstonden een paar Slavische
Pinkstergemeenten in Boston, de stad Jersey, Sranton en zelfs in Canada. In 1919 werd de Slavische Unie opgericht. Voronaev
werd als voorzitter gekozen. In de tussentijd gaf hij ook nog een Pinksterblad uit.
Tijdens deze periode ontving hij een openbaring
van de Geest met de opdracht om naar Rusland terug te gaan. Op dat moment bestond de Unie van Evangelische kerken in Rusland
uit meer dan 500.000 leden. Aangezien Evangelische Christenen pacifisten waren, werden zij door het Sovjetbestuur vervolgd.
Nog meer moeilijkheden kregen zij door de toenemende religieuze controle door de Russische Orthodoxe kerk.
Op 15 of 18 juli 1920 verlieten Ivan Voronaev,
Dionissi Zaplishnii, Boris Klibic en Vasilli Koltovitch new York op weg naar Constantinopel. Zaplishnii trouwde met Olga Pramataroff,
een Evangelische van Bulgaarse afkomst. Zaplishnii en zijn vrouw scheidden zich af van de rest van de groep en reisden af
naar Burgas waar zij familie van Olga bezochten. Niet veel later sloten zij zich weer aan bij de overige groepsleden, nadat
zij uit Turkije moesten vertrekken vanwege hun religieuze activiteiten. Hier werd Voronaev door voorganger Patchadjieff uitgenodigd
om te spreken in de Samenkomst kerk. Voronaev sprak ook over het Pinksternieuws in Stara Zagora, Plovdiv, Sliven en Vratca.
|
Dionissi Zaplishnii |
In augustus 1921 waren Voronaev en Klotovitch
in Odessa. In eerste instantie werden zij geaccepteerd door de Evangelische-Baptisten, maar toen zij begonnen te spreken over
de Heilige Geest, werden zij gebrandmerkt als fanatiekelingen.
Toen hij nog in Turkije was, kwam Voronaev
in contact met een paar Adventisten groepen, hij leerde hen over de doop in de
Geest en zij introduceerden bij hem het voeten wassen. In de toekomst bleek dit een belangrijke doctrine voor Voronaev geworden.
|
Voronaev met zijn vrouw Ecatorina |
In 1924 werd de eerste plaatselijke unie van
de CEF door Voronaev opgericht nadat hij op 12 november 1921 de eerste samenkomst van het Christelijke Evangelische geloof
(Christian Evangelical Faith (CEF)) had bijgewoond.
Voronaev was de voorzitter, Pavlov vice-voorzitter,
Koltovich penningmeester, Katz secretaris en Doljenkov lid van het bestuur.
In 1924 waren er locale unies in alle provincies
van de Oekraine, maar ook in Tasjkent in de Oeral en in Siberië. Op 4 september 1924 leidde Voronaev de 2e vergadering
van de CEF. Er werden 36 delegaties afgevaardigd van 24 kerken, daarnaast waren er 17 gasten. Tijdens deze conferentie werd
gediscussieerd over bidstonden, Christelijke feestdagen, inter-denominale relaties, huwelijk, scheiding etc. In 1926 werd
de Oekrainse unie van de CEF gereorganiseerd en kreeg het de nieuwe naam Overkoepelende Oekrainse unie van de CEF. In 1926
spraken Voronaev en Koltovitch in Moskou over de doop in de Geest en over alcoholisme, overigens met opmerkelijke resultaten.
De unie van Odessa omvatte 250 landen met 15.000 leden en meer dan 400 leiders. De Pinksterboodschap had grote invloed op
sekten in de bergen van de Caucasus zoals de Molokanen.
Tussen 1930 en 1940 werden veel Pinksterleiders
onderdrukt. Voronaev werd naar Siberië verbannen en uiteindelijk terechtgesteld. Zijn vrouw werd naar Centraal Azië verbannen
waar zij meer dan 25 jaar een nogal triest bestaan heeft geleden. In 1960 is zij naar haar zoons in de Verenigde Staten vertrokken.
De dochter van Voronaev en eerste Pinkstervrucht, Vera, stierf in de Oekraïne.
|